1 januari 2000 door Diederik Bosman
Ons zoontje van 8,5 maand met Down-syndroom heeft een vesico uretrale reflux in de 3e graad. Wat is de meest gangbare behandelwijze?
Hij krijgt nu een dagelijkse onderhoudsdosis Monotrim om nieuwe infecties te voorkomen. Heeft dit schadelijke gevolgen?
Bij vesico-uretrale reflux stroomt er bij het samenknijpen van de blaas urine terug in de urineleiders. De urineleiders verbinden de nieren met de blaas. Normaal zijn deze urineleiders zo aangelegd dat tijdens het samenknijpen van de blaas de urine juist niet in de urineleiders terugstroomt.
Bij vesico-uretrale reflux is er dus eigelijk vaak sprake van een kleine aanlegstoornis, die zover ik dat weet niets met het syndroom van Down te maken heeft.
Indien men deze toestand laat bestaan zal de betreffende persoon frequente urineweginfecties hebben met alle gevolgen vandien. Daarnaast kan het laten bestaan van deze situatie op den duur schadelijk zijn voor de nierfunctie.
Met andere woorden: het behoeft een behandeling. De behandelwijze bestaat uit twee onderdelen.
1) Het voorkomen van nieuwe urineweginfecties door het profylactisch geven van antibiotica. Dit heeft uw zoontje. Dit is dan ook verstandig en moet eigenlijk worden voortgezet totdat de vesico-uretrale reflux is opgeheven.
2) Het verhelpen van de aanlegstoornis zelf. Dit gebeurt meestal via een operatie waarbij de urineleiders opnieuw in de blaas worden ingebouwd (ureter re-implantatie).
Een veel gebruikte chirurgische methode is de methode volgens Cohen. Dit biedt meestal een verbetering maar niet altijd. Voor een dergelijke operatie moet de patient eerst door de uroloog worden onderzocht of een dergelijke ingreep ook succesvol kan zijn. Na onderzoek zal dan blijken of de patient geschikt is om deze ingreep te ondergaan.
