3 september 2010 door Nanny Gortzak
Is het mogelijk om borstvoeding en flesvoeding vanaf de geboorte te combineren? Ik ben zwanger van mijn vierde kindje en zou na drie mislukte pogingen toch nog een keer willen proberen om borstvoeding te geven, maar ik zou dit dus willen combineren met het geven van kunstvoeding. Kan dat?
U vertelde dat voorheen – tot drie maal toe – de borstvoeding niet naar wens is verlopen, maar niet wat er precies mis ging. Het is belangrijk om dat te weten, omdat je dan het beste kunt bepalen hoe het binnenkort beter kan.
Dus: was het pijnlijk? Was er niet genoeg melk, of juist te veel, waardoor het voeden niet prettig verliep? Waren er klachten met verstoppingen en/of borstontstekingen? Wilden de baby's te vaak of juist niet vaak genoeg drinken? Waren er problemen met krampjes, allergieën, huilen? Was de melk ineens op?
Eigenlijk raad ik u aan aanraden om de problematiek die zich destijds voordeed te bespreken met een lactatiekundige. Samen kun je dan een plan opstellen dat bij u en uw baby past, om mogelijke struikelblokken te voorkomen of uit de weg te ruimen.
Zo'n plan kan gebaseerd zijn op:
De lactatiekundige kan alle mogelijkheden voor u toelichten, inclusief de voor- en nadelen. Maar de uiteindelijke keuze blijft aan u natuurlijk.
Wanneer de baby eenmaal geboren is, kan het plan zonodig aangepast worden aan de praktijk, afhankelijk van hoe de borstvoeding verloopt en wat u wilt.
Zelfs wanneer je besluit om borstvoeding en flesvoeding te combineren, is het altijd verstandig om de eerste paar weken uitsluitend borstvoeding te geven (voor zover mogelijk). Dat zorgt ervoor dat de melkproductie maximaal op gang komt.
Daarna kan altijd geminderd worden. Maar indien nodig kan de productie ook weer opgehoogd worden. Dat laatste gaat gemakkelijker naarmate de borsten in de eerste weken meer gestimuleerd zijn, omdat de borsten als het ware voorgeprogrammeerd worden in de eerste weken na de bevalling. Dit 'voorprogrammeren' bestaat uit het aanmaken van receptoren (in de borsten) voor de borstvoedingshormonen. Hoe meer er gevoed wordt in het begin, hoe meer receptoren, dus hoe meer melk er later aangemaakt kan worden in de feitelijke borstvoedingsperiode.
Naast het probleem van de melkproductie (oftewel: de kans dat er te weinig melk geproduceerd wordt als je borstvoeding combineert met flesvoeding), is er ook nog het probleem van de zuigverwarring. Daarmee wordt bedoeld dat een baby een voorkeur kan krijgen voor uitsluitend de borst of uitsluitend de fles, wanneer je die gaat combineren.
Sommige deskundigen zeggen dat zuigverwarring niet bestaat, anderen noemen het 'tepel/speen-verwarring'. Maar hoe dan ook: veel moeders hebben de ervaring dat als een baby vroeg (dat wil zeggen: in de eerste 6 weken) zowel uit de fles als uit de borst drinkt, de baby een voorkeur voor een van beide kan krijgen. En dat kan de plannen voor de manier van voeden aardig in de weg staan.
De kans op deze voorkeur of verwarring wordt minder als de baby al vanaf het begin goed aan de borst heeft leren drinken.
In principe luidt het antwoord op uw vraag dus: ja, je kúnt borst en fles al vanaf het allereerste begin combineren, maar voor het welslagen van de borstvoeding is het beter om de eerste weken zoveel mogelijk uitsluitend de borst te geven. Ook als dat bewust gedeeltelijk borstvoeding is.
