Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

15 september 2006 door Joanna Sandberg

Hoe ga je om met een boze baby? (9 mnd)

Onze zoon van 9 maanden maakt zich sinds ongeveer een maand erg boos. We hoopten dat het een periode zou zijn, maar het lijkt steeds erger te worden. Hij heeft geen broers of zusjes en hij gaat niet naar een KDV. Op allerlei manieren wekt hij de indruk 'groot' te willen zijn.

Hij kan zitten en tijgeren, maar vindt dat duidelijk niet genoeg. Het enige wat hij wil, is aan onze handen door de kamer lopen en hij is zeer creatief in het bedenken van manieren om zich aan ons op te trekken. Als hij loopt, kijkt hij trots rond naar iedereen die het maar wil zien.

Zodra we hem weer neerzetten, of als we weigeren te gaan lopen, begint hij te schreeuwen. We proberen hem dan duidelijk te maken dat hij ook andere voorwerpen kan gebruiken om zich aan op te trekken of om als wandelhulp te gebruiken, maar zonder succes. Troosten helpt niet, afleiden soms even.

Eigenlijk bestaat zijn dag nu vooral uit slapen, eten, lopen en jammeren. Aan de ene kant willen we dit teleurgestelde jongetje graag helpen, aan de andere kant moet hij ook leren dat hij niet altijd zijn zin kan krijgen – nog afgezien van het feit dat we niet de hele dag met hem kunnen rondsjouwen. Ook in de toekomst zal het geregeld voorkomen dat hij iets wil, maar nog niet kan. Heeft u ideeën hoe we met zijn boosheid om kunnen gaan?

Antwoord

U zei: "Hij moet leren dat hij niet altijd zijn zin kan krijgen." Op zich kan ik me daar wel wat bij voorstellen, maar zou u dat ook zeggen als hij honger of dorst heeft? Zou u, als hij huilt van de honger of krijst van de dorst, gewoon doorgaan met uw bezigheden, onder het motto dat hij moet leren dat hij niet altijd zijn zin kan krijgen? Ik hoop van niet... Baby's hebben behoeftes, die bevredigd moeten worden. En uw zoons behoefte om te leren lopen is voor hem net zo'n basisbehoefte als eten, drinken en slapen.

Hieronder zal ik iets meer vertellen over de manier waarop het werkt, en hoe u daar het beste mee om kunt gaan.

Normale ontwikkeling

Uw baby, want dat is uw zoontje nog, is een gezond, actief en motorisch vaardig kind. Hij heeft ontdekt dat hij aan de hand van mama of papa kan lopen, en hij wil dat steeds maar weer, omdat hij er ontzettend veel plezier aan beleeft.

Door telkens weer te oefenen met lopen, wat toch een hele krachtsinspanning is, met vallen en opstaan, leert hij uiteindelijk om zelfstandig te lopen. Het leuke aan kinderen is dat ze genieten van het leren zélf, en dat ze ook heel trots op het resultaat kunnen zijn. Uw zoon is dat, en dat is een heel normale ontwikkeling.

Snelle leerling

Wel is uw zoon een snelle leerling, want met 9 maanden al aan de hand lopen, is sneller dan wat de meeste kinderen doen. Het gemiddelde kind (dat in werkelijkheid natuurlijk niet bestaat) leert lopen tussen de 12e en de 15e maand. Uw zoon heeft dus eerder dan veel andere kinderen van zijn leeftijd meer ruimte en mogelijkheden nodig om zich lichamelijk uit te leven, te experimenteren en zich motorisch te kunnen ontwikkelen.

Boos worden bij het leren lopen hoort erbij. Uw zoon wil heel graag lopen, maar het lukt nog niet goed; hij moet het immers nog leren. Ook wordt hij boos als hij in zijn bewegingsmogelijkheden wordt beperkt, want dat is frustrerend. Anderzijds is hij juist zo trots als een pauw wanneer het wél lukt.

Het liefste zou hij de hele dag willen staan en lopen; daar draait zijn leven nu om. Dus ook bij het aan- en uitkleden, bij het eten ("Ga zitten!"), in de box, bij het op schoot genomen worden, bij het wakker worden, enzovoorts, enzovoorts, is hij aldoor bezig met staan en lopen. Hij verzet zich wanneer hij zich beknot voelt in zijn zin tot oefenen met bewegen.

Positief ondersteunen

Dit gedrag gaat vanzelf weer over naarmate hij het lopen beter onder de knie krijgt, maar óók wanneer hij meer de ruimte krijgt en nog meer gestimuleerd wordt om te bewegen.

Ik kan me wel voorstellen dat u het allemaal maar lastig vindt, maar ik raad u toch sterk aan om uw zoontje positief te ondersteunen:

  • door hem te troosten als hij valt;
  • door hem weer op zijn (blote!) voetjes zetten als hij gevallen is (oefenen met blote voeten is het beste voor de ontwikkeling van de voet- en teenspieren);
  • door hem verbaal (met woorden) en non-verbaal (lekker knuffelen) te prijzen voor zijn vorderingen. Wees net zo trots op hem als hij zelf is!

Geen loopstoeltje gebruiken!

Misschien komt u in de verleiding om uw zoon een loopstoeltje te geven, zodat u zelf wat minder aandacht aan zijn hang naar lopen hoeft geven. Een loopstoeltje is een stoeltje op wieltjes, waarmee een dreumes die nog niet zelfstandig kan lopen, zich toch snel door de kamer kan bewegen. Het gebruik van zo'n ding is echter sterk af te raden. Lissy de Ridder, kinderarts van Ouders Online, zei er ooit het volgende over:

"Kinderen vinden dit vaak geweldig, onder andere omdat er zo ineens veel meer onder handbereik komt. En als ze er handigheid in krijgen, wordt het al snel een lekkere cross-partij. Ook ouders vinden het prettig; het kind vermaakt zich immers prima zelf.

Met een loopstoeltje leert het kind zich echter wel een verkeerde looptechniek aan. De beenspieren die zorgen voor het strekken van de voet, ontwikkelen zich sneller dan de spieren die de buiging verzorgen. Hierdoor gaat het kind op de tenen lopen, wat weer afgeleerd moet worden als het zelfstandig gaat lopen." (Lissy de Ridder, kinderarts AMC Amsterdam)

De hele dag thuis

Uit uw vraag krijg ik de indruk dat u moeite heeft met de behoefte van uw zoontje om te leren lopen, en dat u daar niet (meer) van kan genieten. Dat is heel jammer. Voor u, maar ook voor uw zoontje. U lijkt geen lol te hebben in het gretige en enthousiaste gedrag van uw kind. Sterker nog: het lijkt erop dat u zijn gedrag als storend ervaart.

Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat uw zoontje de hele dag thuis is, en dat dat wel erg veel van u vergt. Je kan dan inderdaad het gevoel krijgen dat je geen moment meer voor jezelf hebt. (Dit moet heel herkenbaar zijn voor andere ouders, in het bijzonder moeders.)

De vraag is dus: waarom gaat uw kind eigenlijk niet een paar dagen naar een kinderdagverblijf of een gastouder? Of is er misschien een mogelijkheid om iets te regelen met een andere ouder, waarbij je af en toe de zorg voor elkaars kinderen overneemt? Ook zou je kunnen denken aan een andere verdeling van taken met uw partner, zodat u weer tijd voor uzelf hebt en weer energie krijgt om van uw zoontje te genieten.

Meer stimuleren, meer genieten

Ook voor uw zoontje zou het fijn zijn, én goed voor zijn ontwikkeling, om meer uitgedaagd te worden. Zeker omdat hij een temperamentvol kind is, dat graag en snel nieuwe dingen leert, is het goed om hem meer te stimuleren. In contact met andere kinderen, een andere omgeving, een andere benadering, etc. zal hij veel energie kwijt kunnen raken en veel kunnen leren.

Wat kunt u doen om weer te gaan genieten van uw zoon? In ieder geval door meer tijd voor uzelf te nemen. Al dat stimuleren en uitdagen hoeft u immers niet helemaal in uw eentje te doen. Ook is het raadzaam om de taken tussen en uw partner beter te verdelen. Tenslotte raad ik u aan om veel te spelen en veel spelletjes te doen met uw zoontje.

Voorbeelden van spelen en spelletjes doen:

  • baby-zwemmen;
  • samen in bad gaan;
  • kiekeboe-spelletjes doen;
  • zingen;
  • voordoen en nadoen, zoals klappen in je handen, geluiden maken, etc.
  • samen met speelgoed spelen, zoals spelen met ballen en dingen die bewegen;
  • samen dansen;
  • samen gek doen, samen lachen;
  • met water en zand kliederen;
  • en natuurlijk: veel met hem aan het handje lopen!