Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
1 april 2011 door Joanna Sandberg
Mijn dochter is nu 6½ jaar en fietst al een jaar op haar eigen fiets mee naar school. Ze blijft echter slordig en onoplettend fietsen. Vanochtend reed ze bijna een drukke weg op doordat ze haar handen niet goed aan het stuur had en ze niet op tijd kon remmen. Wat meestal als gevolg heeft dat ik schrik en erg boos word. Terwijl mijn dochter blijft zeggen dat het haar spijt.
Ik kan haar maar niet duidelijk maken dat haar manier van fietsen ernstige gevolgen kan hebben. Ik wil haar ook niet bang maken. Met als gevolg dat ik de hele weg naar school naar haar aan het roepen ben dat ze moet opletten. En dat ik ook nog vaak boos ben omdat het misgaat.
Hoe kan ik dit doorbreken?
Er zijn kinderen van 6 die oplettend kunnen fietsen, maar de meeste kinderen van die leeftijd zijn nog heel speels of dromerig in het verkeer. Waarschijnlijk hoort uw dochter bij die tweede (grootste) groep, en stelt u misschien wat te hoge eisen aan haar.
Kleine kinderen zijn impulsief, hun reactietijd is langer dan van volwassenen (zeker in het verkeer), en ze zijn klein van stuk, waardoor ze sowieso al minder zien dan volwassenen. Daarnaast moeten kinderen op die leeftijd nog echt heel veel leren om veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer.
Het verkeer is ook heel complex. Kinderen moeten ingewikkelde verkeersregels leren en begrijpen, overzicht ontwikkelen, snelheden leren inschatten (van henzelf en anderen), hun fiets-motoriek ontwikkelen, enzovoorts, enzovoorts. Dat is allemaal niet niks, zeker niet met het huidige verkeer, dat veel drukker is dan vroeger. Misschien kon u het zelf op die leeftijd, maar dat was echt een andere tijd.
Kinderen leren hun verkeersvaardigheden te ontwikkelen – als voetganger en als fietser – door deel te nemen aan het verkeer, onder begeleiding van een volwassene. Maar dat vergt tijd! En dus geduld.
U zei: "Ik kan haar maar niet duidelijk maken dat haar manier van fietsen ernstige gevolgen kan hebben." Het is heel begrijpelijk dat u haar dat nog niet duidelijk kunt maken.
Wij, als volwassenen, weten maar al te goed wat voor gevaren er allemaal op de loer liggen in het verkeer. Maar de meeste kinderen van 6 hebben nog geen flauw idee wat er allemaal mis kan gaan. Ze kunnen zich daar ook moeilijk een voorstelling van maken. Voor hen is het allemaal erg abstract, domweg door gebrek aan levenservaring. Een bloederig verkeersongeluk bijvoorbeeld, hebben ze meestal nog nooit gezien.
Belangrijk is dat u zich probeert in te leven in uw dochter, zodat u begrijpt hoe moeilijk het voor haar is.
Ik kan me voorstellen dat u erg schrikt en dan boos wordt, als uw dochter weer eens gevaarlijk doet. Dat soort boosheid is meestal het gevolg van de schrikreactie. Of een uiting van de schrik zelf. In ieder geval een reflex, die (bijna) onvermijdelijk is. Daar kunt u dus weinig aan doen.
Een ander soort boosheid is de boosheid die ontstaat als u de hele weg al aan het roepen bent wat ze allemaal moet doen, en ze toch niet doet wat u wilt. Dat is een soort langzaam opgebouwde boosheid die ontstaat uit irritatie en ongeduld. Misschien dat u daar wel iets aan kunt doen.
U vroeg: "Hoe kan ik dit doorbreken?" Ik weet niet precies wat u bedoelde met 'dit', maar wat het boos worden betreft moet u zich in ieder geval realiseren dat boos worden niet helpt om de situatie te verbeteren.
U zou kunnen besluiten dat uw dochter eigenlijk nog te jong is om te voldoen aan de hoge eisen die door u en het drukke verkeer aan haar gesteld worden.
Maar als u toch door wilt gaan (mits de route niet té druk of té gevaarlijk is), dan zouden de volgende adviezen nuttig kunnen zijn:
Sommige kinderen kunnen het op deze manier op deze leeftijd heel goed leren, maar andere nog niet. Daar zul je je bij neer moeten leggen.
Hoe meer je oefent, hoe beter. Overweeg daarom de route naar school nog eens extra te fietsen in het weekend (of eventueel alleen in het weekend).
Dat heeft als nevenvoordeel dat het wat rustiger en dus minder gevaarlijk is, én dat je niet op tijd op school hoeft te zijn, zodat je af en toe even – letterlijk – stil kunt staan bij bepaalde verkeerssituaties.
U kunt overwegen om uw dochter een fietshelm te geven. Dat geeft in ieder geval een wat geruster gevoel. Maar voor een zwaar verkeersongeluk zet zo'n helmpje natuurlijk weinig zoden aan de dijk.
Uit cijfers van Consument en Veiligheid blijkt dat een fietshelm – mits van een goedgekeurd type en geen speelgoedgeval – heel nuttig is, en letsel kan voorkomen, maar dan vooral in situaties buiten de openbare weg. Met name bij fietsen op de stoep, en omvallen bij stilstand.
En tot slot: praat er ook eens over met school. Hoe kijken zij hier tegenaan? Krijgen de kinderen verkeersles? En zo ja, vanaf welke groep?
Succes ermee!
is pedagoge, BIG geregistreerd klinisch psycholoog, BIG geregistreerd kinder- en jeugdpsychotherapeut/gezinstherapeut. Ze is werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam.