1 januari 2000 door Diederik Bosman
Informatie vooraf: bloedgroep moeder: B negatief, vader: O positief.
Als moeder eerder één keer abortus heeft gehad en daarna niet is ingeënt met antirhesusglobuline, is er dan bij de tweede zwangerschap kans op het aanmaken van antistoffen als de vrucht positief is?
Indien een moeder Rhesusfactor negatief is wil dat zeggen dat de moeder die bepaalde factor niet heeft. Het menselijke afweersysteem maakt tegen alles wat niet van het eigen lichaam is afweerstoffen.
Zo kan je goed begrijpen dat een nier van een ander na transplantatie als de nier niet geheel indentiek is, afstoting geeft. Deze afstoting is in feite niets anders dan het afweersysteem dat de getransplanteerde nier gaat aanvallen. Dit kan dus ook met de zogenaamde rhesusfactor gebeuren.
Als iemand zonder rhesusfactor in aanraking komt met bloed met daarin wel die rhesusfactor dan kan de persoon zonder rhesusfactor afweerstoffen gaan maken.
Duidelijk is dat er dus contact moet zijn geweest met rhesus positief materiaal. Bij een zwangerschap die helaas geëindigd is in een abortus kan er dus in principe ook een dergelijk contact zijn geweest. Dit is wel afhankelijk van een aantal zaken.
Allereerst moet de foetus toen Rhesuspositief zijn geweest. Daarnaast moet er echt contact met het bloed van de foetus zijn geweest. Dit laatste hoeft namelijk niet altijd het geval te zijn.
Sommige zwangerschappen eindigen in een abortus omdat het kindje of liever gezegd de vrucht zich als een soort windei heeft ontwikkeld. In dergelijke gevallen treedt er nooit contact op om de de eenvoudige reden dat een dergelijke vrucht geen bloed heeft aangemaakt.
Het antwoord is dus ja dat kan, maar het hoeft dus niet.
Je kunt soms het bloed van de moeder laten testen op antistoffen tegen een rhesusfactor. Deze test geeft dan soms antwoord op de vraag of er tijdens de vorige zwangerschap (in uw geval eindigend in een abortus), antistoffen zijn gemaakt.
