Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
16 augustus 2002 door Mieke Beers
Mijn zoon van bijna 2½ is druk aan het experimenteren. Veel zinnen beginnen met een duidelijk denkproces, waarbij hij meerdere malen "eeh...eh..." zegt, of begint met "Ikke-ikke-ikke..." (soms wel 8x).
Sinds een dag of tien is hij ook erg bezig met medeklinkers op het eind van een woord of woorddeel. Het lijkt een beetje op omgekeerd stotteren: hij herhaalt S-, T-, P-, en K-klanken, zoals in "Mama, kijk, een hijs-s-s-s-s-kraan". Of: "Auto aan - stoep-p-p-p-p lopen", etc.
Eerst besteedde ik er geen aandacht aan, maar inmiddels lijkt het al zo'n gewoonte geworden te zijn, dat hij niet lijkt te beseffen dat het niet klopt. Verder praat hij "normaal" voor een kind van zijn leeftijd. Moet ik hem corrigeren?
Bij kinderen op deze leeftijd kennen we twee vormen van 'stotteren'. Bij de ene vorm wil het kind te snel spreken, waardoor hij de controle over zijn ademhaling en zijn spraak-motoriek verliest. Hieruit kan de tweede vorm ontstaan, waarbij de angst om fouten te maken bij het spreken kan leiden tot ernstige en blijvende stotter-verschijnselen.
De eerste vorm hoort bij jonge kinderen, die meer willen zeggen dan ze kunnen. Hun beperking ligt enerzijds bij het tempo van formuleren en
plannen en anderzijds bij de controle over de spraak-motoriek.
Bij het maken van een zin komt heel wat kijken. Eerst moet er bedacht worden wat er gezegd moet worden. Dan moet de juiste grammaticale vorm gevonden worden, en de woorden die erbij horen. Tenslotte moet er een
planning worden gemaakt om deze woorden in hun juiste grammaticale vorm en in de correcte volgorde uit te spreken. In die laatste fase gaat de controle over de spraak-motoriek een rol spelen.
Bij jonge kinderen verloopt dit hele proces nog niet vloeiend. Vandaar dat kinderen kunnen haperen (wat
lijkt op stotteren) bij het begin van zinnen. Soms moeten ze dan opnieuw beginnen, of een woord vaak herhalen om tijd te hebben voor het plannen van de rest van de zin.
Dit soort 'onvloeiendheden' zijn een deel van taalontwikkeling, en het ene kind zal er meer van laten horen dan het andere.
Het herhalen van de laatste klanken van een woord of woorddeel, zoals uw zoontje doet, is hiermee echter niet verklaard. Dergelijke herhalingen vormen geen onderdeel van de normale spraakontwikkeling.
Omdat (onnatuurlijke) stotterverschijnselen een negatief effect kunnen hebben op de taalontwikkeling, zou ik u aanraden om eens met een logopediste hierover te spreken. Er zijn logopedistes die gespecialiseerd zijn in stotteren.
Meer informatie hierover vindt u op de website van de vereniging van logopedisten:
www.nvlf.nl.
is klinisch linguïst, gespecialiseerd in fonologische ontwikkelingsproblemen, en werkzaam op het Audiologisch Centrum van de Afdeling KNO van het LUMC - Leids Universitair Medisch Centrum.