27 april 2011 door Roselie Kommers

2013 - Wat gaat er (waarschijnlijk) veranderen?

Er gaat 300 miljoen euro bezuinigd worden op het onderwijs aan 'zorgintensieve kinderen' en hun begeleiding. Wat gaar er (waarschijnlijk) veranderen?

De minister van Onderwijs heeft plannen voor flinke bezuinigingen en de invoering van passend onderwijs. Omdat ze vreesde voor te weinig steun in de Eerste Kamer, heeft ze de bezuinigingen een jaar uitgesteld. Passend onderwijs wordt echter al in 2012 ingevoerd. Wat staat ons te wachten?

Samenwerkingsverbanden

Scholen krijgen de plicht om ervoor te zorgen dat een kind dat niet op hun school kan worden geplaatst, elders een passende plek vindt. Om deze zogeheten zorgplicht waar te kunnen maken, moeten schoolbesturen gaan samenwerken in een regionaal netwerk: basisscholen gaan samenwerken met cluster 3 en 4, het voortgezet onderwijs (waaronder praktijkonderwijs) gaat samenwerken met het voortgezet speciaal onderwijs. Daarnaast moeten er afspraken gemaakt worden met partijen als jeugdzorg en de gemeente.

Elke school formuleert een zogenoemd onderwijssoortprofiel, waarin zowel staat beschreven welke zorg een school standaard kan bieden, als de gespecialiseerde zorg die zij met hulp van andere scholen uit het samenwerkingsverband kunnen geven. Een samenvatting hiervan moet worden opgenomen in de schoolgids, zodat ouders kunnen zien wat de school aan extra ondersteuning biedt.

Het samenwerkingsverband maakt afspraken over de toelatingscriteria voor het speciaal onderwijs, hoe de extra zorg eruit gaat zien, over de verdeling van middelen en de toewijzing van extra ondersteuning. De criteria voor toelating voor het speciaal onderwijs en het voorgezet speciaal onderwijs kunnen dus per samenwerkingsverband verschillen.

Cluster 1 en 2 scholen, die niet deelnemen aan de samenwerkingsverbanden, stellen de toelatingscriteria landelijk vast. Wel gaan ze werken met speciale groepen in reguliere scholen. De leerlingen staan dan ingeschreven bij de instelling die ook verantwoordelijk is voor het onderwijs, maar bij de uitvoering zoveel mogelijk gebruik maakt van de voorzieningen die de reguliere school biedt.

Mbo-instellingen doen evenmin mee aan de samenwerkingsverbanden, maar ze zijn verplicht hun aanbod aan extra begeleiding en ondersteuning te formuleren en openbaar te maken.

Bezuinigingen

Er moet de komende tijd 300 miljoen bezuinigd worden. Vooral het speciaal onderwijs wordt hierdoor getroffen: de REC's (Regionaal Expertise Centra) en steunpunten Autisme verdwijnen, ambulante begeleiding wordt drastisch gekort en de klassen moeten met 10% worden vergroot.

De gevolgen hiervan zijn nu al merkbaar: wachtlijsten voor het (voortgezet) speciaal onderwijs worden gesloten. Zorgkinderen worden geweigerd omdat scholen niet weten of ze in de komende jaren nog wel een vergoeding voor hen krijgen. En een deel van de expertise verdwijnt vroegtijdig, doordat de ambulant begeleiders en leerkrachten in het (voortgezet) speciaal onderwijs, van wie de banen op de tocht staan, zo snel mogelijk een andere baan zullen zoeken.

Cluster 2-scholen en de scholen voor epilepsie worden getroffen door een bezuiniging van maar liefst 22%. In de Tweede Kamer is wel een motie aangenomen dat deze scholen niet mogen 'omvallen' door de bezuinigingen, maar daarvoor wordt geen extra geld vrijgemaakt. Hoe dat dan moet, blijft duister.

Aanmelding

Ouders melden in het vervolg hun kind schriftelijk aan bij de school (of scholen) van hun keuze of bij een centraal aanmeldpunt. Als ouders denken dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, moeten zij dit aangeven. Met die informatie, eventueel aangevuld met gegevens van kinderdagverblijf of vorige school, stelt de school vast of er extra ondersteuning nodig is en of de school die zelf kan bieden.

Kinderen kunnen door een reguliere school naar het (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 3 of 4 worden verwezen of direct bij zo'n school worden aangemeld. In het laatste geval volgt pas toelating als daarover overeenstemming is bereikt tussen de school van aanmelding en het samenwerkingsverband.

De plaatsingsprocedures voor leerlingen binnen cluster 1 en 2 en toekenning van ondersteuning en begeleiding van deze leerlingen binnen het reguliere onderwijs, moeten nog worden vastgesteld door de betreffende clusters. Daar moet nog over beslist worden door de clusters.

Ontwikkelingsplan

Na toelating stelt de school zo nodig in overleg (dus niet 'in overeenstemming') met de ouders een ontwikkelingsplan op. Dat plan beschrijft wat het kind nodig heeft aan extra zorg, en/of opvoed- en opgroeiondersteuning. Het voortgezet speciaal onderwijs vermeldt daarnaast hoe de voorbereiding op de arbeidsmarkt plaatsvindt. Mbo-instellingen moeten deelnemers volledig en tijdig informeren over het onderwijsprogramma, de examens en de inhoud van hun zorgaanbod.

Ouders hoeven het ontwikkelingsplan niet te ondertekenen. Bezwaar over de toelatingsbeslissing van een school kunnen ouders aantekenen bij de school, daarna bij de Commissie Gelijke Behandeling en zonodig bij de rechter.

Expertise

Om de expertise van leerkrachten en schoolleiders op basisscholen te vergroten wordt er aanvankelijk 100 miljoen en later nog eens 150 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld. Tevens moeten in de komende jaren de Pabo's en lerarenopleidingen leerkrachten afleveren die kunnen omgaan met (grote) verschillen tussen leerlingen.

Daarnaast moeten de samenwerkingsverbanden expertise inhuren. De vraag is of er tegen de tijd dat de beoogde samenwerkingsverbanden actief zijn, er nog voldoende expertise in de vorm van ambulant begeleiders en ervaren so-leerkrachten in te huren valt (zie ook: Bezuinigingen).

Wat gebeurt er met de oude indicatie?

De huidige indicatiestelling blijft nog even van kracht. Hoe lang, dat is nog niet duidelijk. Leerlingen die na een nog vast te stellen tijdstip een (oude) indicatie hebben, worden door het samenwerkingsverband geherindiceerd en krijgen een zoveel mogelijk passende plek in het onderwijs volgens de nieuwe systematiek.

Men gaat ervan uit dat de meeste leerlingen op het (voortgezet) speciaal onderwijs zullen blijven. Wel wordt in samenspraak met het (v)so een prijscategorie bepaald.

Leerlingenvervoer

Wat betreft het vervoer blijft voor het speciaal onderwijs de huidige wetgeving van kracht. Maar een indicatie voor het voortgezet speciaal onderwijs geeft niet langer zonder meer recht op leerlingenvervoer. Deze leerlingen komen enkel in aanmerking voor leerlingenvervoer als zij gezien hun handicap niet in staat zijn om zelfstandig naar school te komen. Dit zal ook gelden voor het vervoer van en naar stages.