
2 mei 2025
De verloskundige was te laat en ik ving mijn eigen baby met één hand op terwijl ik op de wc zat
Het was niet de romantische ‘badbevalling met kaarsjes’ die ik me had voorgesteld. Geen rustgevende muziek, geen kalme ademhalingsoefeningen, geen handen die me steunden terwijl ik liefdevol ons kindje ter wereld bracht. Nee. Het was ik, een wc en een baby, die besloot dat hij geen seconde langer kon wachten.

Het ging sneller dan ik dacht
Ik had al een paar dagen voorweeën gehad, maar ach, niks serieus, dacht ik. 'De eerste bevallingen duren lang’ had iedereen gezegd. Dus toen ik die ochtend voor het eerst echte weeën voelde, dacht ik: prima, het gaat beginnen, maar we hebben nog uren. Ik belde de verloskundige, die zei dat ze eraan kwam voor controle en ik ging nog even naar de wc.
En daar voelde ik het. Die ene wee die alles veranderde. Het voelde alsof mijn hele bekken openklapte en mijn lichaam zei: NU HET GAAT NU GEBEUREN*.*
Ik schreeuwde naar mijn partner, die net de verloskundige probeerde terug te bellen: "HET GAAT TE SNEL!", "HIJ KOMT!"

Mijn lichaam deed wat het moest doen
Er was geen tijd om ergens anders heen te gaan. Geen tijd om zelfs maar van de wc op te staan. Mijn lijf nam het volledig over. Ik voelde het hoofdje al. Mijn hand schoot automatisch naar beneden – instinct, pure oerkracht. En met één laatste pers… floepte mijn baby er letterlijk uit.
Ik ving hem met één hand op terwijl ik nog half op de wc zat.
Er was geen arts of een verloskundige in de buurt. Alleen ik en dat glibberige, piepkleine wondertje in mijn hand.

Het moment van pure paniek
Ik hoorde mijn partner schelden terwijl hij nog steeds aan de telefoon zat met de verloskundige. "Ze is net bevallen!" "ZE HEEFT DE BABY IN HAAR HAND!"
Ik keek naar beneden. Mijn baby huilde. Hij ademde. Hij leefde. En ik? Ik kon niets anders doen dan ook huilen. Van opluchting. Van schrik. Van alles tegelijk.
Mijn partner stormde binnen, keek naar het tafereel en mompelde iets in de trant van: "Oh Mijn God." Toen kwam de verloskundige – vijf minuten te laat. Ze keek om zich heen en zei: "Nou… dat heb je goed gedaan!"
De nasleep
Ik moest nog de placenta baren, maar ik zat nog steeds half op de wc. Mijn benen trilden als een rietje. Gelukkig had ik mijn baby in mijn armen. Zelf opgevangen. Zelf gehaald. Dat gevoel vergeet ik nooit meer.