
27 april 2025
Mijn moeder overleed toen ik net moeder was geworden
Alles veranderde in dezelfde maand
In één maand tijd werd ik moeder en verloor ik mijn eigen moeder.
Mijn dochter werd op 3 juni geboren en mijn moeder overleed op 28 juni.
En daartussenin leefde ik in een soort droom. Of nee, in een roes. De kraamtranen, de nachtvoeding, het eerste badje, het leren aanleggen, de geur van mijn baby... alles was er maar er hing een donkere wolk boven. Iets wat ik niet wilde voelen en toch overal was.
Mijn moeder werd ziek toen ik zes maanden zwanger was. Een verkeerde diagnose, een doorverwijzing die te laat kwam en daarna ging het ineens razendsnel. Ze was vermoeid, kreeg pijn, werd opgenomen. In diezelfde weken dat ik bezig was met de babykamer inrichten, hing ik ook aan de telefoon met artsen en zat ik aan haar bed in het ziekenhuis.

Ze hield vol totdat mijn dochter geboren was
Ze zei steeds: “Ik wil haar nog vasthouden.”
En dat deed ze ook. Toen mijn dochter werd geboren, bracht ik haar een paar dagen later – ingepakt in een doek, klein en slapend – naar mijn moeders ziekenhuisbed. Mijn moeder huilde zacht. Ze aaide haar over haar hoofdje en zei: “Jij bent zó gewenst.”
Dat beeld is voor altijd in mijn hersenen gegrift.
Maar ik kon het niet echt voelen
De weken erna voelde ik me verdeeld, alsof ik op twee plekken tegelijk moest zijn. Ik had een kindje dat me keihard nodig had en een moeder die langzaam uit mijn leven verdween. Mijn borsten lekten terwijl ik in de lift van het ziekenhuis stond. Ik schreef geboortekaartjes tussen haar slaapjes door. Ik leerde moeder zijn, terwijl ik langzaam geen dochter meer kon zijn.
Mensen zeiden dingen als: “Wat bijzonder dat je tegelijkertijd leven en dood meemaakt.” En dat is ook zo. Maar eerlijk? Soms wilde ik gewoon gillen. Omdat ik geen ruimte had om te rouwen. Omdat ik midden in mijn kraamtijd zat en de wereld niks zachter maakte.
Het gekste van alles, dat ik haar al miste voordat ze er niet meer was
Toen ze er nog wél was, kon ik haar al niet meer bellen met de simpele dingen. Hoe warm moet ik dat kruikje maken? Waarom spuugt ze alles weer uit? Ze luisterde, maar ze was te moe en dat was geen onwil – haar lijf kon gewoon niet meer.
Ik was net moeder geworden maar voelde me soms het meest verloren kind van allemaal.

En toch… het zit nu allemaal in mij
Ze heeft haar kleindochter maar één keer vastgehouden. Geen logeerpartijtjes, geen oppas momenten, geen grapjes over luiers of foto’s met rammelaars. En toch... voelt ze dichtbij
als ik mijn dochter vasthoud, zoals zij mij vasthield.
Als ik ineens een zin zeg, die ze altijd gebruikte.
Als ik zachter ben, dan ik dacht dat ik kon zijn.
Ze zit in de dingen die ik nu doorgeef, zonder dat ik het altijd door heb. In de manier waarop ik fluister: “Mama is hier.”
Want dat is ze. Alleen nu in mij.
En in haar kleindochter.