
4 mei 2025
Mijn zoon werd op het schoolplein uitgelachen om iets wat ik hem had meegegeven en mijn hart brak
Ik dacht dat ik een goede moeder was totdat ik dit hoorde
Het begon als een gewone ochtend. Broodtrommels klaarmaken, tassen pakken, nog even snel een regenjas in zijn rugzak proppen omdat de lucht er dreigend uitzag. "Vergeet je lunch niet" zei ik, terwijl ik hem zijn bakje met couscoussalade in handen drukte.
Hij keek er even naar. "Is dit wat we nog over hadden van gisteravond?" vroeg hij. Ik knikte. "Lekker makkelijk, toch?" "Gezond en veel beter dan al die saaie boterhammen." Hij haalde zijn schouders op. Geen protest. Geen ‘bah, mam’, dus ik dacht: prima.
Totdat ik hem die middag ophaalde en zag hoe hij met zijn hoofd naar beneden het schoolplein afliep.

Het lachen begon zodra hij zijn deksel opendeed
Het begon bij één klasgenoot. Die had het blijkbaar net iets te enthousiast geroepen: "Wat is DAT?!" en voor hij het wist, stonden er meerdere kinderen om hem heen. Gelach. "Ieuw, het ruikt raar." "Hebben jullie thuis geen normaal eten?" "Zit daar gras in?"

Hij had niets teruggezegd. Hij had gewoon zijn bakje dicht gedaan en gewacht tot de pauze voorbij was.
Ik voelde mijn maag samenknijpen toen hij het vertelde. "Ik was zo bang dat ze het uit mijn handen zouden pakken en op de grond zouden gooien", mompelde hij, "Dus ik deed maar alsof ik geen honger had."
Mijn hart brak.
Ik had hem geen gezonde lunch meegegeven, ik had hem een doelwit gemaakt
Ik had hier geen seconde bij stilgestaan. Voor mij was het een snelle, voedzame lunch. Voor hem was het iets waar hij nu aan herinnerd zou worden. Misschien wekenlang. Misschien langer.
Ik had gedacht dat kinderen aardig waren. Maar kinderen zijn hard. Vooral in groepen.
Die avond bleef hij stil aan tafel. Zijn vork prikte op zijn bord. "Mag ik morgen gewoon een boterham?" vroeg hij zacht.
Ik knikte.

Dit was pas het begin
Die volgende ochtend gaf ik hem een simpele boterham. Hij keek me dankbaar aan, opgelucht bijna. En daar zat het ‘m in. De opluchting om niet op te vallen.
Ik realiseerde me dat het hier niet ophield. Vandaag was het een lunch, maar morgen? Een trui die net anders was? Een hobby die niet ‘cool’ genoeg was? Op school leer je lezen en rekenen, maar je leert vooral hoe je binnen de lijntjes blijft. Hoe je niet degene wordt waar ze om lachen.
En hij had dat nu ook geleerd.